Hieronder vind je alle informatie en nuttige links over het beginnen met een transportbedrijf. Wij hebben voor je gemak de teksten van de niwo verzameld in één overzicht. Je kunt alles dus ook vinden op de site van de niwo. Wij hopen je hiermee op weg te helpen.
Wil je een onderneming starten in het beroepsgoederenvervoer over de weg, dan moet je een Eurovergunning aanvragen bij de NIWO. Beroepsgoederenvervoer wil zeggen het tegen betaling vervoeren van goederen voor derden. De vergunningplicht geldt voor nationaal en internationaal vervoer met voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kg.
Je komt in aanmerking voor een Eurovergunning als je voldoet aan de volgende voorwaarden:
Als je aanvraag is toegewezen, ontvang je hiervan een beschikking. Vanaf dat moment kun je Eurovergunningbewijzen opnemen. Je ontvangt tegelijkertijd het originele exemplaar van de Eurovergunning dat op kantoor moet blijven. Het Eurovergunningbewijs gaat met het voertuig mee. Dit voertuig mag dan binnen de Europese Unie (EU) goederen gaan vervoeren voor derden, zowel binnenlands als grensoverschrijdend. Een aantal EU-lidstaten stelt extra eisen in geval van derdelandenvervoer met niet EU-landen. In een aantal lidstaten is cabotage (binnenlands vervoer in een ander land) nog niet toegestaan. Voor vervoer op landen buiten de Europese Unie zijn meestal ook nog ritmachtigingen of een CEMT-vergunning nodig.
De Eurovergunning is vijf jaar geldig en kan daarna worden verlengd. De geldigheidsduur van de Eurovergunningbewijzen is gelijk aan die van het originele exemplaar. Als niet meer aan de gestelde eisen wordt voldaan, trekt de NIWO de vergunning in.
Een aanvraagformulier voor de Eurovergunning vor je eigen transportbedrijf kun je bij de NIWO bestellen of downloaden. zie: http://www.niwo.nl/
Zorg ervoor dat je aanvraag volledig is, er mogen dus geen stukken ontbreken. Een volledige aanvraag bestaat uit:
Na ontvangst van je aanvraag stuurt de NIWO je een acceptgiro. De behandelingskosten bedragen 235,00 euro excl. btw. Als alle benodigde stukken binnen zijn en het bedrag is ontvangen, wordt er binnen acht weken beslist. Voldoe je aan alle eisen, dan wordt de aanvraag toegewezen. Bij afwijzing kun je binnen zes weken bezwaar aantekenen bij de NIWO.
Als je vergunningaanvraag is toegewezen, ontvang je hiervan een beschikking. Vanaf dat moment kun je Eurovergunningbewijzen (zgn.Eurokopieën) opnemen voor je voertuigen in je transportbedrijf. Je ontvangt een origineel exemplaar van de Eurovergunning. Het origineel moet op het transportbedrijf op kantoor blijven. Je kunt daarvan afgeleide Eurokopieën bij de NIWO opnemen voor je transportvoertuigen. Deze Eurokopie gaat met het voertuig mee. Dit voertuig mag dan zowel binnenlands als grensoverschrijdend goederen gaan vervoeren voor derden.
Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. De adviezen worden slechts als algemeen voorbeeld gepresenteerd en is niet gericht op toepassing in individuele gevallen. TLEC aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid – uit welken hoofde ook – voor de toepassing ervan in dergelijke individuele gevallen.
De aanvrager moet kunnen beschikken over een kapitaal en reserves, benodigd voor een correcte aanvang en beheer van de onderneming. Als meer natuurlijke personen gezamenlijk als ondernemer optreden moeten zij gezamenlijk voldoen aan deze eis. Het bedrijfskapitaal is vastgesteld op € 9.000 voor de eerste in te zetten vrachtauto en € 5.000 voor iedere volgende vrachtauto. Bijv. voor twee auto's is dat dus 1 x € 9.000 + 1 x € 5.000 = €14.000. Onder vrachtauto wordt verstaan een solovrachtauto, een bestelbus of een combinatie van vrachtauto met aanhangwagen of trekker met oplegger. Het bedrijfskapitaal is het voor de onderneming beschikbare risicodragend vermogen, bestaande uit het eigen vermogen van de onderneming. Bij de grootte van het risicodragend vermogen mag eventueel een zgn. 'belegging in durfkapitaal' volgens de artikelen 5.17 en 5.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden meegeteld. Deze regeling geldt uitsluitend voor beginnende ondernemers. De beschikbaarheid van het bedrijfskapitaal kan uitsluitend worden aangetoond met een gedetailleerde openingsbalans met toelichting en een daarbij behorende 'Verklaring inzake het minimaal aanwezige risicodragend kapitaal' van een registeraccountant (RA) of een accountant-administratieconsulent (AA), die een beschrijving bevat van de op de openingsbalans opgenomen activa en passiva, onder vermelding van de daarbij toegepaste waarderingsgrondslagen en van het voor de grootte van de onderneming beschikbare risicodragend vermogen. Deze beschrijving mag niet ouder zijn dan twee maanden. Bij het aanvraagformulier om vergunning ontvangt de aanvrager een zgn. 'werkprogramma' dat aan de accountant kan worden overhandigd ten behoeve van het opstellen van de verklaring.
Een ondernemer uit een andere EU-lidstaat dan Nederland mag ook een verklaring overleggen, afgegeven in die andere lidstaat overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 96/26/EG.
Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. De adviezen worden slechts als algemeen voorbeeld gepresenteerd en is niet gericht op toepassing in individuele gevallen. TLEC aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid – uit welken hoofde ook – voor de toepassing ervan in dergelijke individuele gevallen.
Per 1 januari 2008 voert de divisie CCV van het CBR de examens uit. Een ondernemer uit een andere EU-lidstaat dan Nederland mag ook een verklaring van vakbekwaamheid overleggen, die conform artikel 10 van Richtlijn 96/26/EG is afgegeven in een andere EU-lidstaat. De vakbekwaamheid voor de Eurovergunning kan alleen worden ingebracht door een bestuurder die in bezit is van een vakdiploma voor ondernemer in het binnenlands beroepsvervoer en een vakdiploma voor ondernemer in het grensoverschrijdend beroepsvervoer. De vakbekwaamheid moet worden ingebracht door degene die vanuit de plaats van vestiging permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerwerkzaamheden van de onderneming. Dit kan de ondernemer zelf, een directeur of een vennoot zijn. Het kan ook de procuratiehouder of bedrijfsleider zijn, mits vastgesteld is dat deze permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerwerkzaamheden. De NIWO stelt hiernaar een onderzoek in. Als meerdere personen leiding geven moet minimaal één voldoen aan de eis. Examen voor vakdiploma ondernemer goederenvervoer bij CCV naar boven
In geval de eigenaar van een eenmanszaak, een directeur van een besloten vennootschap of een vennoot van een vennootschap onder firma zelf in bezit is van het vakdiploma, wordt in beginsel aangenomen dat deze persoon permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerwerkzaamheden. Bij twijfel wordt een nader onderzoek in gesteld. In de overige gevallen wordt altijd een nader onderzoek ingesteld. Het betreft met name gevallen, waarin een procuratiehouder of bedrijfsleider van een eenmanszaak, besloten vennootschap of vennootschap onder firma in bezit is van het vakdiploma. Het onderzoek richt zich met name op de aard van de werkzaamheden en de daarbij behorende verantwoordelijkheden, het aantal uren dat betrokkene werkzaam is, de honorering van de verrichte werkzaamheden en een eventueel dienstverband elders. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met omvang en aard van het bedrijf. De vakbekwaam te achten persoon moet in principe aan de volgende eisen voldoen:
Wanneer je het Getuigschrift Vakbekwaamheid wilt behalen om de vakbekwaamheid in je eigen transportbedrijf aan te toen zijn er verschillende modules te volgen.
Alle modules zijn verplicht. Je kunt dus niet beslissen om een bepaalde module niet te doen omdat je die niet van belang vind. Zo moet je dus de module personeelsmanagement doen, ook al neem je geen personeel in dienst. En je moet bijvoorbeeld de module financieel management ook doen, ook al heb je een boekhouder die voor je de boekhouding doet.
Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. De adviezen worden slechts als algemeen voorbeeld gepresenteerd en is niet gericht op toepassing in individuele gevallen. TLEC aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid – uit welken hoofde ook – voor de toepassing ervan in dergelijke individuele gevallen.
De betrouwbaarheid van natuurlijke personen en van rechtspersonen wordt aangetoond met een integriteitsverklaring beroepsvervoer (IVB). COVOG, het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag, van het Ministerie van Justitie geeft de IVB af. Rechtspersonen vragen de verklaring rechtstreeks aan bij COVOG. Natuurlijke personen vragen de verklaring via de gemeente van inwoning aan. Is de rechtsvorm van de onderneming een B.V., V.o.f. of C.V. etc. dan moet een integriteitsverklaring rechtspersoon worden aangevraagd. Betreft het een eenmanszaak op naam van de eigenaar dan vraagt de eigenaar een integriteitsverklaring natuurlijk persoon aan. Is de vakbekwaam bestuurder een procuratiehouder of bedrijfsleider, dan moet deze persoon apart een integriteitsverklaring natuurlijk persoon worden aangevraagd.
Meer informatie over de integriteitsverklaring beroepsvervoer (IVB/VOG)
Eén van de eisen voor vergunningverlening is de eis van betrouwbaarheid. Aan de eis van betrouwbaarheid wordt voldaan door overlegging van een integriteitsverklaring beroepsvervoer (IVB/VOG) door de rechtspersoon en/of de natuurlijke persoon die permanent en daadwerkelijk leiding geeft. Is de rechtsvorm van de onderneming een B.V., V.o.f. of C.V. etc., dan moet een integriteitsverklaring rechtspersoon worden aangevraagd. Betreft het een eenmanszaak op naam van de eigenaar dan vraagt de eigenaar een integriteitsverklaring natuurlijk persoon aan. Is de vakbekwaam bestuurder een procuratiehouder of bedrijfsleider, dan moet voor deze persoon apart een integriteitsverklaring natuurlijk persoon worden aangevraagd. De integriteitsverklaring van rechtspersonen wordt rechtstreeks aangevraagd bij en afgegeven door het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG) van het Ministerie van Justitie. Natuurlijke personen vragen de verklaring aan bij de gemeente van inwoning. Om de vijf jaar moet er een nieuwe integriteitsverklaring beroepsvervoer worden overgelegd. De integriteitsverklaring beroepsvervoer komt grotendeels overeen met voorheen de verklaring omtrent het gedrag (VOG) en is geregeld in de Wet wegvervoer goederen (WWG) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. De adviezen worden slechts als algemeen voorbeeld gepresenteerd en is niet gericht op toepassing in individuele gevallen. TLEC aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid – uit welken hoofde ook – voor de toepassing ervan in dergelijke individuele gevallen.
rijden zonder eurovergunning
Het rijden zonder een geldige eurovergunning kan een behoorlijke boete opleveren.
Het verrichten van beroepsvervoer zonder een communautaire vergunning levert 120 sanctiepunten op. Als we snel rekenen is dat 3.480 euro (120 punten maal 29 euro). Er moet nog afgerond worden, op hele honderden euro naar beneden. Dus de boete zal uitkomen op 3.400 euro.
Overigens kan men een mechanisch hulpmiddel aan brengen of doen aanbrengen op de vrachtauto waarmee de overtreding is gepleegd waardoor wordt verhinderd dat de vrachtauto wordt weggereden, teneinde de overtreding te doen ophouden.
op deze site kun je zien hoeveel sanctiepunten een overtreding oplevert:
De waarde van 1 sanctiepunt is gelijk aan een transactie van 29 of twee uren taakstraf of een dag gevangenisstraf
Als laatste stap in de beoordeling dient eventueel afronding plaats te vinden. Met de tussenresultaten die ontstaan als gevolg van de verschillende omstandigheden of meer feiten wordt doorgerekend tot de uiteindelijke hoogte van het transactiebedrag of de richteis berekend is. Pas op dat moment vindt afronding plaats. De afronding vindt altijd plaats in het voordeel van de verdachte, derhalve altijd naar beneden en wel als volgt:
0 t/m 100 afronden op 5
101 t/m 500 afronden op 10
501 t/m 1000 afronden op 50
1001 t/m 5000 afronden op 100
5001 en hoger afronden op 500
De NIWO trekt een binnenlandse vergunning in indien:
De NIWO trekt een communautaire vergunning in indien:
ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen (artikel 3 Wet Bibob)
Eurovergunningen zijn vijf jaar geldig en kunnen daarna worden verlengd. Zes maanden voordat uw Eurovergunning afloopt ontvangt u automatisch het formulier 'Verzoek om Verlenging Eurovergunning'. U dient bij verlenging opnieuw aan te tonen dat u aan de eisen voldoet.
Voor verlenging gelden dezelfde eisen als bij een eerste vergunningaanvraag:
Alle vergunninghouders worden eens in de vijf jaar opnieuw aan de eisen getoetst. Bij Eurovergunninghouders gebeurt dit op het moment dat de Eurovergunning verlengd moet worden. Vergunninghouders die op basis van de overgangsregeling uit de WWG nog alleen over een binnenlandse vergunning beschikken worden elke vijf jaar aangeschreven.
Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. De adviezen worden slechts als algemeen voorbeeld gepresenteerd en is niet gericht op toepassing in individuele gevallen. TLEC aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid – uit welken hoofde ook – voor de toepassing ervan in dergelijke individuele gevallen.
Merk wel op dat je met je eigen transportbedrijf voldoende als bedrijf naar buiten treed. Je moet een eigen identiteit hebben, zelf risico lopen, meerdere opdrachtgevers hebben en dergelijke. Dit zijn eisen die voor elk bedrijf gelden met betrekking tot de belastingdienst. Dus dit is niet iets specifiek voor de eigen transportondernemer die in het transport werkt. Een eigen transportondernemer is een eigenlijk een zelfstandig transportondernemer met meestal een vrachtwagen (klein of groot) waarop deze zelfstandige transportondernemer dan ook zelf rijdt.
Lang niet iedereen die ondernemer wil zijn, is ondernemer voor de inkomstenbelasting. De wet en de rechtspraak stellen bepaalde eisen waaraan ondernemers moeten voldoen. Na uw aanmelding als ondernemer beoordeelt de belastingdienst aan de hand van uw omstandigheden of u aan die eisen voldoet. Uw aangifte inkomstenbelasting speelt bij die beoordeling soms ook een rol. Als u aan de eisen voldoet, bent u ondernemer voor de inkomstenbelasting.
De belastingdienst let bij de beoordeling van jou als eigen transportondernemer op de volgende punten:
Als eigen transportondernemer heeft je bedrijf een juridische vorm nodig, een rechtsvorm. Welke rechtsvorm het beste past bij je hangt af van je situatie. Ben je alleen, of met meerdere. Fiscale overwegingen en aansprakelijkheid speelt ook een rol bij de keuze die je maakt. Meestal is de keuze tussen de eenmanszaak, de vennootschap onder firma (vof) of de BV. Er zijn nog andere rechtsvormen, maar deze drie zijn het meest voor de hand liggend. De rechtsvorm die je kiest bepaalt onder andere hoe de aansprakelijkheid bij schulden geregeld is en hoe de belastingen worden afgehandeld.
Bij bepaalde rechtsvormen, bijvoorbeeld de eenmanszaak, ben je als ondernemer met je gehele privE-vermogen aansprakelijk voor schulden van het bedrijf. Kies je voor een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid, zoals een bv, dan is in principe de BV aansprakelijk voor de schulden en jouw privE vermogen komt daarbij niet in het gevaar (zolang je maar netjes volgens de regels blijft werken uiteraard).
Als je kiest voor een rechtsvorm als de eenmanszaak of de vof dan betaal je inkomstenbelasting over de winst die gerealiseerd wordt. Je kunt daarbij vaak profiteren van aftrekregelingen. een BV betaalt vennootschapsbelasting over de winst. De vuistregel is dat ondernemers met een relatief lage winst fiscaal beter af zijn met een eenmanszaak of vof.
Ben voorzichtig met het instappen in een vof constructie! Als je als eigen transportondernemer samen met andere eigen transportondernemers een vof opzet, of erbij instapt, ben je samen een bedrijf aan het vormen. Je kunt je afvragen in hoeverre je dan zelfstandig bent. Ook moet je je dan realiseren dat als een van de andere vennoten er een zooitje van maakt, jijzelf ook in de problemen kunt komen, zelfs prive!
Wat je als eigen transportondernemer wel kunt overwegen is het bundelen van de krachten met andere eigen transportondernemers op het gebied van inkopen. Je kunt bijvoorbeeld vaak bij leveranciers kortingen afdwingen bij het inkopen van grote hoeveelheden. Door samen in te kopen kun je ook die voordelen samen delen.
een eigen vrachtwagen kopen is misschien wel een van de meest emotionele dingen die een eigen transportondernemer doet. Uiteraard is volgens u natuurlijk Scania (of DAF of Volvo of..) het merk. Maar wellicht is het toch niet onverstandig om bij andere merken te gaan kijken. Informeren kost je alleen tijd. Maar alleen kiezen voor de goedkoopste optie is ook niet de juiste weg. Maak een afweging tussen waar je je prettig mee voelt (je moet er tenslotte de hele dag of week mee werken) en wat het je kosten gaat. En niet alleen de aanschafprijs speelt een rol. Ook het onderhoud, verbruik en de restwaarde zijn belangrijke factoren. Overigens kun je er eens over denken bij het kopen van een auto om bij de zuider- of oosterburen een auto te kopen. Je kunt (indien je over een btw nummer beschikt) de auto in principe met 0% BTW ICT tarief kopen, scheelt alweer het voorfinancieren van de BTW.
Vergeet ook niet de mogelijkheden voor subsidies en extra aftrekposten. Je accountant en dealer kan je over het een en ander wellicht informeren.
Lease is ook een goede optie vandaag de dag. Je kunt kiezen uit hoofdzakelijk financiele lease (lenen) en operationele lease (huren).
Het is gewoon een kwestie van rekenen en wat wil je? Bij kopen en financiele lease is de auto (uiteindelijk) van jou. Bij operationele lease geef je de auto na de huurperiode weer terug en dus ligt dan het risico van de restwaarde ook bij de leasemaatschappij.
Het grote voordeel van deze leasevorm is dat de financiele positie van je onderneming niet negatief beinvloedt wordt, in tegenstelling tot andere financieringsproducten. Bovendien blijft de ruimte binnen het rekening-courant krediet intact.
Handelspartners van ondernemingen kijken steeds vaker naar de financiele positie van de onderneming waarbij met name de solvabiliteit en cashflow bekeken worden. Operationele lease/huur zorgt voor betere balansratio's en flexibel zakendoen. De maandelijkse huurtermijnen worden vermeerderd met BTW, welke voor je (meestal) fiscaal verrekenbaar zijn. De leasetermijnen worden op de resultatenrekening als kosten geboekt. De auto komt dan ook niet op de activazijde (bezit) van je balans te staan (off balance financiering), maar er komt ook geen schuld op de passiva zijde.
Na afloop van de huurperiode kun je als huurder optioneel de goederen in economisch- en juridisch eigendom verkrijgen tegen een reele restwaarde van bijvoorbeeld tenminste 7,5% van de fiscale kostprijs. De zogenoemde koopoptie moet dan wel conform de in Nederland geldende leaseregeling zijn.
Deze leasevorm heeft het karakter van een geldlening. Je kunt investeren zonder een beroep te doen op je eigen middelen waardoor de liquiditeitspositie van je onderneming sterk blijft. Evenals bij operationele lease/huur is de auto normaal gesproken het onderpand. Banken en leasemaatschappijen koppelen regelmatig andere zekerheden aan de leasetransactie, zodat er toch sprake is van geintegreerde kredietverlening, hetgeen de financieringsmogelijkheden van je onderneming kan beperken.
Financiele Lease heeft basis dezelfde uitwerking op je balans als een contante betaling waardoor het recht op investeringsaftrek blijft bestaan. De volledige BTW van de investering dien je vaak middels een BTW factuur vooraf aan te voldoen. Uiteraard kun je deze direct met je BTW aangifte verrekenen. Het netto investeringsbedrag neem je op in de balans als schuld waardoor je op de investering kunt afschrijven.
Na afloop van de leaseperiode, als je aan al je verplichtingen uit hoofde van de lease-overeenkomst hebt voldaan, verkrijg je het volledig eigendom door de vooraf vastgestelde (symbolische) koopsom te voldoen.
een belangrijke keuze die er gemaakt moet worden door de eigen transportondernemer is de opdrachtgever. Denk daar niet te licht over, immers deze bepaalt vaak de prijs en zorgt ervoor dat jij aan het werk bent en zorgt daarmee ook je inkomen (en voor je gezin). Dat is redelijk algemeen marketing natuurlijk. Je opdrachtgever is je klant en de klant zorgt voor je boterham. Jij bent als eigen transportondernemer afhankelijk van je klanten en de klant niet van jou!
De betalings- en omgangsmoraal van een opdrachtgever is van groot belang. Je klant (opdrachtgever) heeft dezelfde doelstellingen als jij. Zij streven naar een winstmaximalisatie en kostenminimalisatie. Onderhandelen met je opdrachtgever is dus van belang. Normaal gesproken verkoopt een ondernemer zijn producten niet onder kostprijs aan een klant. Jij als dienstverlende eigen transportondernemer zult dus ook niet je diensten onder kostprijs verkopen, toch? Uiteraard zul je wel eens ritten doen tegen kostprijs, net zoals een ondernemer zijn producten ook wel eens tegen kostprijs verkoopt. Maar zorg dan wel dat er een andere rit tegen over staat die goed betaald is. Op je heenrit heb je een goede prijs, op de terugrit een rit tegen kostprijs. een heen en terugrit tegen of onder kostprijs houdt je niet lang vol!
Om werk te vinden als eigen transportondernemer zijn er een aantal wegen. Uiteraard is de telefoon of een bezoek aan mogelijk bedrijf waar je voor wilt rijden een optie. Bedenk wel dat een eerste indruk dan erg belangrijk is. 15% van het succes hangt af van de kennis en 85% van de eerste indruk. Vergeet daarbij trouwens ook niet dat het 5x meer energie kost om nieuwe klanten te werven dan bestaande klanten te houden. Ben dus zuinig op de klanten die je hebt. Leg ook je oor overal goed te luisteren en zoek eens in je eigen netwerk en buurt, het werk is vaak dichterbij dan je denkt.
Realiseer je dat de gevestigde bedrijven natuurlijk iets betrouwbaarder en stabieler zijn als de net nieuwe bedrijven. Vooral grotere bedrijven zoeken regelmatig een eigen transportondernemer, vandaag de dag kun je in vakbladen en op internet al diverse aanvragen vinden.
Omzet of opbrengst is overigens niet alles! Veel omzet is nog geen winst! een iets mindere opbrengst is soms beter dan nooit betaald krijgen, maar niet altijd. Het licht uit je ogen rijden kun je bijna overal wel. Maar vraag je af of dat wel de bedoeling is. Als je het niet op een normale manier kunt verdienen, is het misschien eens tijd om te zoeken naar andere opdrachtgevers.
Bij een kleiner bedrijf geeft met vaak een betere prijs en beleeft men meer plezier in het werk, maar het is soms ook met een meer Franse slag geregeld.
Je moet eerst bepalen wat je wilt gaan doen en dan de opdrachtgever erbij zoeken, dus het juiste marktsegment afbakenen. Je mogelijke toekomstige opdrachtgever wil ook graag weten hoe je kennis en kunde is van het segment dat je bedient. Praktijkervaring speelt dus zeker ook een rol.
Kan jij als eigen transportondernemer iets betekenen voor de opdrachtgever ?